Ga direct naar:



Het Wilhelmus


De geschiedenis
Het Wilhelmus is het oudste volkslied ter wereld, alhoewel het exacte jaar van schrijven nooit is achterhaald. Men neemt aan dat het in de zomer van 1570 is geschreven, waarschijnlijk door Philips van Marnix, heer van St Aldegonde (1540-1598), letterkundige alsmede vriend en dienaar van Willem van Oranje.

Het lied is een ode aan de Prins van Oranje en verdedigt zijn leiderschap. Het Wilhelmus is geschreven in de tijd van de Rederijkers en heeft dan ook de vorm van het toen populaire genre: het naamdicht of acrostychon. Dat wil zeggen dat de eerste letter van elk couplet tesamen een naam of woord vormen. In het geval van het Wilhelmus is dit Willem van Nassov. De melodie is afkomstig uit Frankrijk, waar hij door Franse soldaten werd bedacht tijdens het beleg van Chartres.

Toch heeft het nog ruim 350 jaar geduurd voordat het Wilhelmus de status van officieel Nederlands volkslied kreeg. In de 19de eeuw ontstond de behoefte aan een volkslied en werd er een competitie gehouden, waaruit een lied van Tollens tot volkslied werd gekozen. Maar vanwege het nogal racistische karakter van het lied - "Wien Neerlandsch bloed in de aders vloeit, van vreemde smetten vrij" - kwam er in Nederland een beweging op gang die voor het Wilhelmus als volkslied pleitte. Op 10 mei 1932 stemde het kabinet voor het Wilhelmus als nationaal volkslied. Het Wilhelmus telt vijftien coupletten, waarvan in de regel alleen het onderstaande eerste en zesde couplet worden gezongen.

Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in de doed.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.





Snelkoppelingen

blank.gif